Zes of zeven jaar zal ik zijn geweest. We woonden toentertijd
naast een café waar in elk geval met de kermis en andere hoogtijdagen een
orkestje speelde. Volgens mijn moeder traden daar ook Andres vóór Sandra en
Rocco Granata in hun begindagen op. Ik herinner me alleen nog maar van die
mannen met accordeons.
Samen met mijn twee zussen sliepen we op een zolderkamer en
door het zolderraam dreven regelmatig flarden van muziek naar binnen. Luidkeels zong ik dan mee met de hits van toen. Spiegelbeeld
en Ritme van de regen zouden mijn grote doorbraak worden. Want stiekem hoopte
ik dat een van die cafégangers die daar beneden luidruchtig het café verlieten,
mij zouden horen en dat ik dan ontdekt zou worden en heel bekend enzovoorts. Ik
zong dan ook vooral heel hard.
Nog ben ik mijn ouders dankbaar dat ze me nooit verteld
hebben dat mijn gezang niet om aan te horen was. Mijn hele jeugd heb ik dan ook
luidkeels gezongen, onwetend dat ik geen toon kan houden en het geheel dus
valser dan vals klonk.
Bij een van mijn banen hadden ze ook een huisband. Al
tijdens de proeftijd wilden ze me introduceren als bandlid. De looks had ik er
wel voor. Maar ja ik speel geen instrument en inmiddels was mij al lang
duidelijk geworden dat ik weliswaar een prettige stem heb, maar toon houden….’
Dan maar in het achtergrondkoortje’, riep een collega nog. Na een sing-a-long
bij de vrijdagmiddagborrel heb ik er nooit meer iets over gehoord. Gelukkig
bleken mijn zangkunst geen voorwaarde voor mijn vaste contract.
Vanavond was ik de derde avond op een rij bij een
muziekvoorstelling. Eerst twee avonden genieten bij concerten van Alex McMurray
(http://www.alexmcmurray.com/music.php
)om vanavond de driedaagse af te sluiten met Matennaaiers van Nico Dijkshoorn en Ronald
Giphart.
En wat ben ik beide heren dankbaar. Niet alleen inspireerden
ze me met hun geweldige voorstelling tot deze blog, nee ze gaven me een heel
ander toekomstbeeld.
Ronald Giphart gaf aan niet te beschikken over enig muzikaal talent
(speelt geen instrument, zingt niet). Dankzij de vernuftige regievondsten viel dat echter helemaal niet op. Zwakte werd hier juist sterkte. En zo wist hij een fraaie bijdrage te leveren aan diverse schitterende songs van Nico
Dijkshoorn. Op andere momenten onderstreepte de muziek weer zijn verhalen.
Mijn fantasie sloeg meteen op hol. Tot voor kort was ook het schrijven nog een verre droom. Inmiddels ben ik anderhalf boek en 47 blogs verder.
Als fervent muziekliefhebber
heb ik er altijd spijt van gehad dat ik me niet lekker in een band kan
uitleven. Maar nu zie ik weer een heel
nieuw perspectief voor mij opdoemen.
Mijn blogs, stukken uit mijn boek, andere schrijfsels en dan een band
die het geheel kan onderstrepen met een lekkere slepende, ophitsende sound.
Wie weet komt die droom van dat kleine zesjarige
meisje toch nog uit. Mijn deurbel heb ik al veranderd. Die speelt alvast in
viervoud ‘Ritme van de regen’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten