Voor mij is een boek lezen een soort van minivakantie. Even verdwijnt het dagelijks leven. Even hoef je je niet bezig te houden met de dagelijkse dingen. Niet met de was, die nodig gedaan moet worden. Niet met de boodschappen, niet met de verjaardag waar je morgen naar toe moet, niet met het originele cadeautje dat je wil kopen, niet... Waarschijnlijk kun je deze lijst zelf ook wel eindeloos aanvullen. Op een of andere manier wordt mijn aandacht elke dag opgeslokt door die duizend grote en kleine dingen die nu eenmaal gedaan moeten worden. Op mijn werk natuurlijk, maar ook daar buiten om slibt mijn agenda ongemerkt vol. Ondanks dat het vaak heel leuke dingen zijn, voelt het heerlijk als er een moment is, dat er even niets hoeft.
Op die momenten trek ik me vaak terug met een boek.
Als tiener al lag ik vaak uren in bad te lezen. Nu lees ik vooral 's avonds voor het slapen gaan, in de sauna en natuurlijk nog steeds in bad. Daar zie ik even niet dat de lege kopjes nog naar de keuken moeten, daar hoor ik de telefoon niet en daar is morgen weer een dag. Het meeste lees ik echter nog steeds op vakantie. De auto is meestal het volst van al die boeken die meegaan. De e-reader is voor mij een ideale oplossing, voor het altijd weer te kort aan boeken.
Ik kan geweldig genieten van een boek, waarin de taal knap gebruikt is, verhaallijnen meerlagig zijn. Helaas wordt dat vaak te niet gedaan doordat voor de hoofdpersonen het leve treurnis blijft. In de literatuur, vooral de Nederlandse, lijkt het meestal wel, alsof het leven niet genoten mag of kan worden. Nadat het boek uit is blijft er vaak een weemoedig of zelfs zwaarmoedig gevoel over.
Ben ik te veel een optimist als ik, als ik heel eerlijk ben, het liefst een boek lees, dat een goed gevoel achterlaat? Dat aan het eind de wereld weer op zijn pootjes terecht is gekomen. Ongemerkt is daardoor mijn leesgedrag verschoven. Steeds groter wordt de stapel detectives en chicklits. Heerlijk als ze elkaar uiteindelijk toch weer gekregen hebben, de boeven weer veilig opgesloten zitten en het trouwens boeven zijn waarvan je kunt denken dat die in jouw omgeving toch niet voorkomen.
Tot een jaar geleden begon een vakantie altijd met lezen. Ik zat nog niet in het vliegtuig of op mijn stoel bij de tent of ik zat verdiept in dat boek, dat al minstens een week op me lag te wachten. Heerlijk.
Dat is totaal veranderd. Het lezen voor het slapen gaan is gebleven. In bad zit ik bijna niet meer. Elke vrije minuut en vooral elke vakantie zit ik achter de computer. Te schrijven. Ik ga helemaal op in de eigen wereld van het boek, dat ik op dat moment aan het schrijven ben. Ik geniet. Met volle teugen. Ik zit helemaal in het verhaal en de wereld om me heen bestaat even niet.
De vakanties worden steeds langer en ik plan steeds vaker een korte vakantie om vooral maar door te kunnen schrijven. Want ik wil weten hoe het verhaal verder gaat, hoe de plot zich ontwikkeld, wat er voordat het laatste woord geschreven is, allemaal gebeurt. Ik wil genieten van de avonturen van mijn hoofdpersonen.
Ik geniet zo veel van het schrijven, dat ik de knoop heb doorgehakt en besloten heb vanaf het najaar ook mijn werkuren vooral te gaan vullen met het schrijven. Wat me zorgen maakt, is of het me gaat lukken het gevoel van vrijheid, dat een vakantie me geeft, vast te blijven houden. Dat ik elke dag tussen negen en vijf de wereld even buiten me kan laten. Voorlopig weiger ik me daar echt zorgen over te maken. Integendeel ik kan het moment bijna niet afwachten tot het zover is. Ik geniet er nu al van te weten dat het niet lang meer duurt, of ik zit vrijwel dagelijks te genieten van een boek.
Mijn boek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten